Airbnb-verhuur tuinhuisje levert meer op
Geplaatst op: 17-07-2019, 15:07:59
Wie zijn tuinhuisje via Airbnb verhuurt, hoeft over de opbrengst daarvan geen inkomstenbelasting te betalen. Het gerechtshof van Amsterdam bevestigt dat de Belastingdienst achter het net vist, maar schaart de huurinkomsten wel onder de lagere vermogensbelasting.
Het gaat in de zaak om een echtpaar dat zijn tuinhuisje in 2015 in totaal voor drie weken verhuurde via Airbnb. Dat leverde ruim €3500 aan inkomsten op. De belastinginspecteur vond dat over 70% daarvan, bijna €2500, inkomstenbelasting betaald moest worden.
Het echtpaar stapte daarom naar de rechtbank. Volgens het stel hoefden ze helemaal geen belasting te betalen, omdat het verhuren van het tuinhuisje maar om een deel van het hele huis ging. En dan zou het artikel van de wet inkomstenbelasting waar de fiscus op wees, helemaal niet van toepassing zijn. Daar kregen ze eerder al gelijk in van de rechtbank, en het hof bevestigt nu die uitspraak.
Box 3
Maar op één punt wijkt het hof af van de uitspraak van de rechtbank. Dat vindt namelijk dat er wel belasting betaald moet worden over de huuropbrengsten. Maar dan niet in box 1 bij de inkomstenbelasting, maar wel in box 3 bij de vermogensbelasting, in de volksmond ook wel de ’spaartaks’ genoemd.
Hoe de belasting in die box dan berekend moet worden, meldt het gerechtshof niet. Maar de belastingdruk valt wel een stuk lager uit dan wanneer de opbrengst onder de inkomstenbelasting zou vallen.
Kamervragen
Dat is een klap voor de Belastingdienst en ook voor staatssecretaris Snel. Naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank vorig jaar, had hij in Kamervragen namelijk gezegd dat de huidige wet volgens hem wel gewoon inhield dat ook het verhuren van een deel van de woning belast kon worden.
„Vooralsnog ben ik niet voornemens om nieuwe maatregelen te nemen”, schreef Snel destijds in antwoord op de vragen van D66’ers Van Eijs en Van Weyenberg. De staatssecretaris vindt wel dat ook over het gedeeltelijk verhuren van een woning gewoon belasting betaald moet worden.
De Belastingdienst laat in een eerste reactie weten het vonnis nu nog te bestuderen. Of er nog een hoger beroep in wordt gesteld, weet de fiscus nog niet.
Bron: bijdrage van 17 juli 2019 van Leon Brandsema op www.dft.nl